In haar leven kende Annelies de Graaff veel verdriet, maar ook diepe ervaringen met God. Haar jeugd wordt getekend door de vraag: ‘Wie ben ik?’ Tijdens deze zoektocht ontmoette ze niet alleen haar biologische vader, maar ook haar hemelse Vader. Later overleed haar echtgenoot vrij plotseling en bleef ze achter met twee jonge kinderen. Opnieuw volgde een diep rouwproces, waarin ze leerde samen met God haar leven weer op te pakken.
In Als een deur sluit beschrijft Annelies de Graaff een volgende beproeving: hoe ze haar werk als leerkracht in het basisonderwijs moest neerleggen vanwege een visuele beperking. ‘Mijn werk was mijn leven en het was een enorme tegenslag toen ik niet meer in staat was om mijn beroep uit te oefenen. De dingen die ik leerde tijdens het verwerken van deze gebeurtenis, vormen de basis voor Als een deur sluit’, zegt ze over het boek.
Tijdens haar verwerkingsproces groeit het besef dat haar identiteit niet gebaseerd is op dat wat je presteert en leert zij om de liefde van de Vader opnieuw te omarmen. Deze ervaring zet haar leven in een nieuw perspectief.